Dit uurwerk werd in 1609 gemaakt door klokkenmaker mr. Hopcoper. Het werd gebouwd als een uurwerk met spillegang en waag. Want het slingeruurwerk werd in 1657 pas uitgevonden door Christiaan Huygens. Een slingeruurwerk was veel nauwkeuriger. 
En dus werd na 1657 het uurwerk dan ook omgebouwd tot slingeruurwerk. Het was geplaatst op de zolder boven de viering van de kerk, zodat de 6,40 m lange slinger vrij kon bewegen. Tweemaal per dag moest de koster 30 m trappen klimmen, buiten over de balustrade langs het zuidertransept lopen, weer naar binnen gaan, over de gewelven met een smalle loopbrug, en dan met een ladder naar de uurwerkkamer.

Daar moest hij 3 gewichten opwinden. Daarna dezelfde route naar beneden. Dag in, dag uit, ondanks storm, regen of vrieskou, en vaak ook in het donker. Omdat de onderdelen maar matige slijtage vertoonden, nemen we aan dat het uurwerk niet alle 4 eeuwen in gang is geweest. Zeker niet de laatste 100 jaar, want niemand in Leiden van hoge leeftijd kan zich herinneren dat de klok op de kerk de tijd aangaf. Het uurwerk was dan ook totaal vervuild en vastgelopen. Tijdens een restauratie in de vorige eeuw werd er een dikke laag conserveermiddel op aangebracht. Verder was het uurwerk een beetje vergeten. 

Omstreeks 1996 ontstond het plan om het uurwerk te verplaatsen naar de begane grond, zodat iedereen het kon zien, en tevens om het volledig te kunnen restaureren. 
Deze restauratie werd uitgevoerd door enkele vrijwilligers, die op dit gebied deskundig waren. Ze zijn er jaren mee bezig geweest in hun vrije tijd.

In 2002 was het werk gereed; de ontbrekende onderdelen waren vervangen, en het geheel was weer gangbaar gemaakt. Op 7 mei 2003 werd het uurwerk officieel in gebruik genomen in aanwezigheid van de Burgemeester van Leiden en de voorzitter van de Kerkenraad.

Het uurwerk kan nu weer eeuwen mee, en is een interessante bezienswaardigheid voor de bezoekers van de Hooglandse Kerk.